4.1 Wat is financiering?
Voor alles wat de gemeente doet is geld nodig. De treasuryfunctie houdt zich bezig met het financieren van de gemeentelijke activiteiten. Hierbij kan het nodig zijn dat (soms tijdelijk) geld geleend moet worden. Het kan ook zo zijn dat er geld aanwezig is dat niet direct nodig is. Dit geld wordt overgeboekt naar het verplichte schatkistbankieren. Dit houdt in dat de publieke gelden aangehouden worden bij het ministerie van Financiën en dat dit geld niet eerder de schatkist verlaat dan noodzakelijk. Om de risico’s rond vermogenstransacties te beheersen is er treasurybeleid. Dit beleid is verwoord in een zogenaamd treasurystatuut.
4.2 Treasurystatuut
Op basis van de Wet Fido 1 moet elk decentraal overheidslichaam een treasurystatuut hebben. Het Treasurystatuut is in februari 2018 door de gemeenteraad vastgesteld.
In het statuut is vastgelegd dat de treasuryfunctie van de gemeente dient tot:
- het zorgen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geldmiddelen tegen acceptabele condities (beschikbaarheid);
- het beheersen en bewaken van financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen van de gemeente zijn verbonden (risicominimalisatie);
- het minimaliseren van de kosten van het beheer van de geldstromen en financiële posities (kostenminimalisatie);
- het optimaliseren van het rendement van beschikbare liquide middelen binnen de kaders van de in dit statuut opgenomen limieten en richtlijnen (rentemaximalisatie).
Verder wordt uitgewerkt:
- Onder welke voorwaarden het college ter uitoefening van de publieke taak leningen kan aangaan, middelen uitzetten en garanties verstrekken.
- Hoe de diverse risico’s beheerst worden.
- Hoe de geldstromen op elkaar worden afgestemd om kosten te beperken en opbrengsten te optimaliseren.
- Hoe de verantwoordelijkheden liggen tussen college en raad en welke bevoegdheden en functiescheidingen in de ambtelijke organisatie worden vastgelegd.
Uiteraard wordt daarbij aangesloten bij de wettelijke regelingen.
4.3 Beleggingen
De gemeente heeft geen obligaties in bezit.
4.4 In- en Externe ontwikkelingen / rentevisie
Externe invloeden - rentevisie 2
Factoren van ‘buiten en van binnen’ zijn van invloed op de treasuryfunctie. Bij invloeden van buiten gaat het vooral om de rentestand. Iets waar de gemeente geen invloed op heeft. In dit kader schetsen we kort de economische situatie.
Door de wereldwijde corona-uitbraak is de onzekerheid over de economische ontwikkeling zeer groot. Het is nog erg onzeker hoe sterk de economische activiteiten in het eerste halfjaar van 2020 zijn afgenomen en hoe snel de economie daarna gaat herstellen. Op basis van de juni basisraming (matig herstel) van het CPB zal naar verwachting de economie met 6% dalen in 2020 en voor 2021 stijgen met 3%.
De werkloosheid verdubbelt en de overheidsfinanciën verslechteren fors, maar blijven buiten de gevarenzone.
De Europese Centrale Bank pompt meer geld in de economie om te proberen de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. De Europese Centrale Bank ziet zich genoodzaakt om de economie nog meer te stimuleren. Dat moet er dan toe leiden dat het geld blijft rollen en de economie weer aantrekt. De officiële ECB rente 3 bedraagt nog steeds 0,00%.
Hieronder is het verloop van de korte en de lange rente weergegeven op basis van de prognoses van de ING 4 .
Renteontwikkeling per kwartaal
De huidige rentesituatie is niet erg gunstig voor de renteopbrengsten. De renteopbrengsten voor korte uitzettingen blijven laag. De vergoeding die voor het schatkistbankieren wordt ontvangen is nihil. Door de lage rente is het tegelijk mogelijk goedkoop middelen aan te trekken.
Interne invloeden – liquiditeitsprognose
Bij interne invloeden gaat het om zaken die invloed hebben op de behoefte aan geldmiddelen, op korte en lange termijn. Hierbij kan het gaan om bijvoorbeeld nieuwe beleidsvoornemens, grote vervangingsinvesteringen en grondexploitaties.
Vanwege de opbrengsten in de grondexploitatie en de huidige bankstanden verwachten we niet dat er nieuwe leningen aangetrokken hoeven te worden. De gemeente heeft daarnaast de mogelijkheid voor kortere periodes tegen een relatief gunstig tarief ‘rood’ te staan op de rekening-courant bij de BNG Bank tot maximaal € 1,9 miljoen.
In maart 2020 is de 2-jarige lening afgelost á € 2,5 miljoen.
In bijlage 1 is de liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet weergegeven.
4.5 Financiering
Algemeen
Zoals hierboven beschreven, hangt de daadwerkelijke financieringsbehoefte af van de besluitvorming over en de fasering van investeringswerken en grondexploitaties. Het aantrekken van gelden wordt daarop afgestemd. Hierbij spelen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm een rol.
De kasgeldlimiet staat de gemeente toe een bedrag van ruim € 2,126 miljoen door kortlopende leningen in financieringsbehoefte te voorzien. Bij overschrijding van deze limiet in twee opeenvolgende kwartalen, geldt de verplichting tot het nemen van maatregelen (i.c. lang financieren).
Berekening kasgeldlimiet | Begroting 2021 |
---|---|
Begrotingstotaal | € 25,006 mln. |
Grondslagpercentage | 8,5% |
Toegestaande kasgeldlimiet | € 2,126 mln. |
Eén van de doelstellingen van de Wet Fido is het risico op rentestijgingen zo veel mogelijk te voorkomen. Dit kan de gemeente voorkomen door het bedrag waarover bij herfinanciering of herziening van het rentepercentage risico wordt gelopen te beperken. Vanaf 2009 geldt een wettelijk minimum voor de renterisiconorm van € 2,5 miljoen. Voor Scherpenzeel mag niet meer dan voor € 2,5 miljoen aan schuld, het rentepercentage herzien of geherfinancierd worden. De criteria van de renterisiconorm zullen worden toegepast bij de eventuele benodigde financieringen in de komende jaren.
Berekening renterisiconorm | Begroting 2021 |
---|---|
Begrotingstotaal | € 25,006 mln. |
Grondslagpercentage | 20% |
Rente riscionorm | € 5,001 mln. |
Relatiebeheer
Met de BNG Bank is een zogenaamde financieringsovereenkomst gesloten waarin is geregeld dat, in vergelijking met andere marktpartijen, voordeliger tarieven worden aangeboden. Het betreft o.a. een kredietarrangement met een limiet van € 1.900.000. De rente is gebaseerd op 1-maands Euribor vermeerderd met een opslag van 0,12%.
Renteschema | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | € -7.800 | € -7.722 | € -7.643 | € -7.564 | € -7.485 | ||||||
b. | De externe rentebaten | -/- | € - | € - | € - | € - | € - | |||||
Totaal door te rekenen externe rente | € -7.800 | € -7.722 | € -7.643 | € -7.564 | € -7.485 | |||||||
c. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden berekend | -/- | € - | € - | € - | € - | € - | |||||
De rente van projectfinanciering die aan | ||||||||||||
het betreffende taakveld moet worden toegerekend | -/- | € - | € - | € - | € - | € - | ||||||
Saldo door te rekenen externe rente | € -7.800 | € -7.722 | € -7.643 | € -7.564 | € -7.485 | |||||||
d1. | Rente over eigen vermogen | € - | € - | € - | € - | € - | ||||||
d2. | Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) | € - | € - | € - | € - | € - | ||||||
De aan taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) | ||||||||||||
toe te rekenen rente | € -7.800 | € -7.722 | € -7.643 | € -7.564 | € -7.485 | |||||||
e. | De aan taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) | |||||||||||
toegerekende rente (renteomslag) | -/- | € - | € - | € - | € - | € - | ||||||
f. | Renteresultaat op het taakveld Treasury | € -7.800 | € -7.722 | € -7.643 | € -7.564 | € -7.485 |